02-11-2020

Coöperatief leren maakt leren leuk.

Leerkrachten willen niet meer puur kennis verkondigen, maar leerlingen een-op-een begeleiden. Toch wordt op scholen nog veel klassikaal lesgegeven. Tijd ontbreekt en het is een leerstijl die we gewend zijn. Samen met leerkrachten en leerlingen zochten wij naar een oplossing die een brug slaat tussen individuele uitdaging, digitalisering en sociale interactie. Met als belangrijkste doel: leren leuker maken voor leerling én leerkracht. Wij geloven dat coöperatief leren een oplossing kan zijn voor veel problemen in het onderwijs.

De basis van coöperatief leren

Coöperatief leren draait om samen leren. Leerlingen werken in groepen aan dezelfde opdracht, zonder hulp van een leerkracht. Door met elkaar in discussie te gaan, komt een groep samen tot een antwoord. Naast de lesstof leren ze ook, in een veilige omgeving, om voor zichzelf op te komen en om zichzelf te uiten. Uiteindelijk moet iedereen in de groep in staat zijn uit te leggen hoe ze tot het antwoord zijn gekomen. Meeliften of verschuilen achter anderen kan dus niet. Ieder kind is actief betrokken, waardoor de lesstof beter blijft hangen. Doordat ze eigenaarschap hebben over het eigen leerproces, zijn ze trots op wat ze bereikt hebben. Leerlingen leren elkaar waarderen en voelen zich onderdeel van de groep. Bovendien mogen kinderen tijdens dit proces praten, bewegen en dansen; een fijne manier om energie kwijt te kunnen! Er zijn een aantal voorwaarden om coöperatief leren tot een succes te maken.

GIPS Principes

Het fundament van coöperatief leren werd gelegd door Spencer Kagan. Hij definieerde vier principes die ten grondslag liggen aan succesvolle coöperatieve werkvormen. Deze GIPS-principes zijn voorwaarden om coöperatief leren te laten slagen en ze stimuleren leerlingen elkaar uit te dagen tijdens het samenwerken:

  • Gelijkwaardige deelname: iedereen heeft een eigen rol en moet op een eigen moment iets toevoegen aan het geheel.
  • Individueel verantwoordelijk: iedereen is verantwoordelijk voor een eigen bijdrage in het groepsproces. Dit moet transparant zijn, zodat duidelijk is wie wat bijdraagt.
  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid: je hebt elkaar nodig om verder te komen in de opdracht, zonder hiërarchie.
  • Simultane interactie: iedereen is tegelijkertijd actief.

Door te voldoen aan deze structuren, worden werkvormen coöperatief. Zo werken leerlingen automatisch aan hun sociale ontwikkeling. De inhoud van de opdracht mag verschillen, maar door het coöperatief te doen, ontwikkelen leerlingen altijd hun sociale vaardigheden, zoals communicatie en elkaar helpen.

Nu is het ook niet zo dat alles vervangen moet worden door coöperatief leren; het gaat om de juiste balans. Wij zijn wel van mening dat samen leren een belangrijke plek moet hebben binnen het klaslokaal. Onze ambitie? Coöperatief leren zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar maken.

Luqo

Om coöperatief leren concreet en toegankelijk voor leerkrachten te maken, ontwikkelden wij Luqo: een educatief spellenplatform voor het basisonderwijs dat leren actief en coöperatief maakt. Begeleiding van een leerkracht is niet nodig. Kinderen spelen samen spellen die ontwikkeld zijn vanuit de visie van coöperatief leren. Door een spel te starten en samen te ontdekken, vinden leerlingen uit hoe het spel werkt en wat er van hen verwacht wordt. Ze zijn niet meer opdrachten aan het uitvoeren, maar nemen (met trots!) controle over hun eigen leerproces. Leerlingen leren mét elkaar en ván elkaar, op hun eigen niveau.

Benieuwd naar de werkvormen? Bekijk hier alle coöperatieve Luqo spellen of het Tovercode spel voor in de klas.